Mijn verhaal
Hoi, ik ben Inge!
Jarenlang werkte ik als docent. Vaak voelde ik me een ‘bordercollie-Barbapapa’. De bordercollie die blijft rennen. Door, door, door. Niet stil staan, er is nog veel te doen; de kudde schapen moet immers bij elkaar blijven.
Soms stond ik even uit te hijgen en bekeek ik alles van een afstandje. Meestal rond de vakanties. Dan bedacht ik dat het gekkenwerk was: zo hard rennen om alles draaiende te houden. Was dit nou gezond?
Maar dan zag ik mijn collega’s. Vol enthousiasme rondjes rennend. Moest ik dan de eerste luie hond zijn? Nee, toch! En dan rende ik weer mee.
Tegelijkertijd voelde ik me een Barbapapa die zich in alle bochten moest wringen. Flexibel, wendbaar, termen die je tegenwoordig zoveel hoort. Een coronacrisis? Och, we doen alles online. Ja hoor, morgen lukt wel. In een weekendje een online course uit de grond stampen? Geen probleem. Hup, hup, Barbatruc!
Ook in kleinere crises was het handig om jezelf als Barbapapa te kunnen aanpassen. O, de klas zit er even niet zo lekker bij vandaag. Ik doe mijn best en zet mijn feestmuts op. Hup, hup, Barbatruc!
Lange tijd kon ik me aanpassen aan wat er als bordercollie-Barbapapa van mij verwacht werd. Het paste naadloos bij de door mij ontwikkelde patronen: je vervormen om niet of juist wél gezien te worden, hard werken om de ander te ontlasten.
Maar al die tijd ging ik over mijn grenzen, zonder dat ik dat echt doorhad. Dat besef kwam pas in de zomer van 2021, net voor de dood van mijn moeder. Toen mijn vader in het najaar van 2021 ook kanker kreeg, kwam ik ziek thuis te zitten.
Daarna werd het me duidelijk: het docentschap waarin je kunt blijven geven, waarin het werk nooit écht af is, waarin je wendbaar en flexibel moet zijn, is voor mij op dit moment een superongezond beroep.
Die zeven jaar als docent zijn voorbijgevlogen. Dankzij het contact met studenten, mijn collega’s en de voldoening die het docentschap geeft. En als je je bordercollie-Barbapapa rol vervult, word je ook nog eens gezien. Dan lijkt het docentschap bij je te passen, maar raak je steeds verder verwijderd van wie je werkelijk bent.
Alleen… in de kern ben ik geen docent, maar schrijver. Dat is waar ik blij van word, waar ik energie uit haal en waarbij ik, zonder dat ik het door heb, ineens uren verder ben. Waarbij ik kan rennen, zonder moe te worden, net als een bordercollie. En waarbij ik mezelf kan aanpassen aan wat de tekst vraagt, net als Barbapapa.
Het is dus tijd om terug te gaan naar mijn eerste liefde: schrijven. Want ik studeerde Journalistiek, werkte als journalist/(eind)redacteur en heb twee boeken op mijn naam staan. Toch noemde ik mezelf nooit ‘schrijver’. Waarom eigenlijk niet?
Wat de toekomst brengt? Dat gaan we zien. Ik weet nu in ieder geval wat ik wil: meer ruimte voor het schrijven, er geld mee verdienen (dit hardop durven zeggen is al een overwinning!). En sinds ik de beslissing heb genomen om voor nu te stoppen als docent, heb ik zin om weer rondjes te rennen. Hup hup Barbatruc!