Rivier van rouw
Ze zeggen dat rouw in golven komt, dat je van tijd tot tijd overspoeld wordt door de zee. Met golven die hoog, hoger, hoogst zijn.
Of is rouw een stroomversnelling in een rivier? Het ene moment is het rustig. Het volgende moment zit je er, zonder dat je het door hebt, middenin.
Als liefde de schitterende stromende rivier is die je meeneemt naar de mooiste plekken van de wereld… dan is rouw de kolkende modderstroom die buiten de oevers treedt en je meesleurt naar plekken die pijn doen, naar daar waar je niet wil komen.
Het is niet te voorspellen wanneer die volgende stroomversnelling komt. Kon je maar even naar het weerbericht of de route kijken en beredeneren: hoeveel gaat het regenen? Welke rotsblokken of andere versmallingen komen eraan? Hoe hoog is het waterpeil nu?
Was het maar zo simpel. Dat je even een rekensommetje kon maken. Als dit, dan dat. En als zus, dan zo. Dat je weet: dan moet je je schrap zetten, dan moet je een dagje vrij nemen of oppas regelen om alles even helemaal te laten gaan. Op dat moment, op dat uur begint het.
Nee, het komt uit het niets. Het is een liedje op de radio. Een stukje tekst in een oude blocnote vinden waar de alledaagsheid van afspat: ’Zorg jij voor het eten?’ Het is het besef dat je van sommige anekdotes of herinneringen niet meer weet hoe het nu precies is gegaan en dat je dat ook niet meer kunt vragen. De enige persoon die erbij was, is er niet meer.
En als het dan komt dan kun je je alleen maar mee laten voeren, meegaan in de stroom. Want je weet dat het water een keer op is. Dat er ergens in de waterloop een stop is. Een dam of een dijk. Soms dobber je wat langer in een veel groter meer. Of kom je in een nog grotere zee van verdriet terecht.
Maar je spoelt een keer aan.
En dan trek je jezelf als een drenkeling de kant op. Je kleren zijn zwaar. Maar als je eenmaal opgedroogd bent, door de zon, of gewoon omdat dat zo gaat als je een tijd uit het water bent, voel je je lichter. Alsof al die liters water waarin je dreef, uit jouw lichaam kwamen – wat misschien ook wel zo was.
Je strompelt verder het land op. Je bent moe, je hebt honger, je hebt dorst. Soms heb je pijn aan al je spieren, omdat je je te lang verzet hebt, omdat je je niet hebt overgegeven. En je moet slapen, heel diep slapen.
En als je dan de volgende dag, of een paar dagen later weer bij die rivier komt, ben je verbaasd. Dat die woest kolkende river weer een lieflijk, kabbelend beekje is geworden.
Al is het maar voor even.
2 reacties
Susanne Graf · 16 januari 2022 op 9:20 am
Wat prachtig onder woorden gebracht!
En ja zo verloopt rouw en voor ieder mens op zijn of haar eigen unieke wijze
Ieder rouwproces is weer anders
Niet voor niets hebben ze het tegenwoordig over rouwarbeid
Het is werken ! Liefs susanne
admin · 18 januari 2022 op 8:26 am
Dankjewel Susanne!